Kinderen

Gezonde tanden en kiezen, daar heb je je leven lang plezier van. Dus is het belangrijk om al vroeg samen met uw kind bezig te zijn het gebit goed te verzorgen. Samen 2 keer per dag poetsen. En samen naar de tandarts.

Wij proberen er altijd een leuk bezoek voor uw kind van te maken. Om een voorbeeld te noemen, wij boren niet, maar douchen de kies mooi schoon.

Wij raden u aan om uw kind vanaf het eerste tandje mee te nemen voor controle, zodat uw kind kan wennen aan de tandartspraktijk en vertrouwd kan raken met onze omgeving en medewerkers.

Tandheelkundige zorg wordt tot het 18de levensjaar vergoed uit de basisverzekering.

Inhoudsopgave

Uw gebit tijdens de zwangerschap

Juist tijdens de zwangerschap is het belangrijk om uw gebit goed te onderhouden. Door hormoonschommelingen heeft u namelijk meer kans op bijvoorbeeld ontstoken tandvlees.

Naar de tandarts tijdens uw zwangerschap

Het is belangrijk om tijdens uw zwangerschap gewoon naar de tandarts te blijven gaan. Geef wel aan dat uw zwanger bent. Sommige behandelingen zal de tandarts vanwege een verhoogd risico uitstellen tot na de zwangerschap. De tandarts kan u adviseren op welke manier u uw gebit het beste kunt verzorgen tijdens de zwangerschap.

Tandvleesontsteking tijdens zwangerschap

Tijdens de zwangerschap stijgt de hormoonspiegel in het lichaam. Bij sommige vrouwen wordt daardoor het tandvlees meer rood en gezwollen en bloedt het tijdens het tandenpoetsen.

Deze gevoeligheid is een overgevoelige reactie op tandplak en wordt veroorzaakt door een verhoogd niveau van progesteron in uw lichaam. Deze tandvleesontsteking tijdens de zwangerschap wordt ook wel ‘zwangerschapsgingivitis’ genoemd.

Dit kan met name tussen de tweede en de achtste maand optreden. Wij kunnen u adviseren hoe u uw gebit goed schoon kunt houden met de tandenborstel en aanvullende middelen en u erbij helpen om verdere problemen te voorkomen.

Vroeggeboorte door parodontitis tijdens zwangerschap

Uit onderzoek blijkt dat vrouwen met parodontitis (tandvleesontsteking waarbij ook het kaakbot is aangetast) een grotere kans hebben op een te vroeg geboren kind.

Zo heeft een zwangere vrouw met parodontitis twee tot zeven maal meer kans op een vroeggeboorte of een kind met een laag geboortegewicht dan een zwangere vrouw zonder parodontitis.

Indien een vrouw met een zwangerschapswens tandvleesontsteking (gingivitis of parodontitis) heeft, is het van belang die voor de zwangerschap te laten behandelen. Wij beoordelen tijdens de controle standaard uw tandvlees, maar om die reden mag u ons altijd vragen uw tandvlees extra goed te inspecteren als u zwanger wilt worden.

Wanneer parodontitis ontstaat tijdens de zwangerschap, is het belangrijk om deze aandoening zo snel mogelijk te laten behandelen.

Wat kunt u zelf doen?

Voorkom problemen en laat uw gebit regelmatig door ons controleren. Let op bepaalde symptomen zoals rood en gezwollen tandvlees, bloedend tandvlees bij het poetsen of eten, loszitten van tanden of kiezen en terugtrekkend tandvlees.

Ook een vieze smaak of een slechte adem kan duiden op ontstoken tandvlees (parodontitis). Wanneer u deze symptomen heeft, vraag dan advies aan uw tandarts.

Eten tijdens de zwangerschap

Door ochtendmisselijkheid tijdens de zwangerschap eten vrouwen over het algemeen weinig en vaak. Hierdoor neemt de kans op gaatjes toe doordat het aantal eetmomenten toeneemt en de gewenste zes keer per dag overschrijdt. Probeer vast te houden aan de reguliere maaltijden. Dit heeft een positieve invloed op uw algemene gezondheid en de gezondheid van uw gebit.

Overgeven tijdens de zwangerschap

In de eerste maanden van de zwangerschap kan het voorkomen dat u vanwege (ochtend)misselijkheid moet overgeven. En hoewel u waarschijnlijk geneigd bent direct uw tanden te poetsen kunt u beter even wachten.

Het maagzuur maakt het glazuur kwetsbaar. Door direct te poetsen is de kans groter dat u het glazuur wegpoetst. Het is daarom beter om uw mond goed te spoelen met water of een fluoride mondspoelmiddel.

0 - 24 maanden

Uw baby

De leeftijd waarop kinderen tanden krijgen verschilt per kind. Bij de meeste kinderen breken hun eerste tandjes door tussen de 6 en 9 maanden.

Meestal komen eerst de onderste snijtanden door, vervolgens de twee middelste snijtanden boven en daarna de tanden aan weerszijden daarvan. U kunt zelf voelen of uw kind bezig is tandjes te krijgen. Een harde bobbel in het tandvlees duidt veelal op een doorkomende tand.

De meeste baby’s worden onrustig en huilerig als de eerste melktanden doorbreken. Daarnaast kan het zijn dat uw baby slecht slaapt en kan hij zelfs een beetje koorts krijgen of veranderde ontlasting. Dit verdwijnt weer zodra het tandje is doorgekomen. U kunt de pijn iets verzachten door het tandvlees op de plaats van de doorkomende tand te masseren.

Vanaf het moment dat de eerste tandjes doorbreken, adviseren wij u te starten met poetsen. In de richtlijn staat: ‘Poets de tandjes één keer per dag tot een leeftijd van 2 jaar, bij voorkeur na het laatste eetmoment’. Ons advies is om al zo vroeg mogelijk uw kind te laten wennen aan tweemaal daags te poetsen.

Gebruik een zacht borsteltje en peutertandpasta met fluoride. Fluoride beschermt de tanden en kiezen tegen bacteriën en zuren en helpt zo om gaatjes te voorkomen. Poets niet alleen de tandjes, maar masseer ook het tandvlees zacht. Als uw kind tandenpoetsen vervelend vindt, probeer er dan een spelletje van te maken.

Tips voor het tandenpoetsen

  • Leg uw kind neer op het aankleedkussen of op bed. Zo gaat het poetsen makkelijker dan wanneer uw kindje zit
  • Gebruik kindertandpasta met fluoride: per keer een dosering niet groter dan een erwt
  • Maak het poetsen leuk als uw kind het niet graag doet mbv liedjes, een app, een eigen borsteltje of leid uw kind af met speelgoed

Zuigflescariës

Sommige ouders geven hun kinderen een zuigflesje met sap, siroop of melkproducten tussendoor of vlak voor het slapen gaan. In die drankjes zitten suikers, waardoor het gebit te veel wordt blootgesteld aan zuuraanvallen en bacteriën.

Dat heeft weer gaatjes in het melkgebit tot gevolg. We noemen dit ‘zuigflescariës’. Geef uw kind daarom na het tanden poetsen en voor het slapen gaan geen sap, siroop of melkproducten.

Als het dorst heeft, is een flesje water prima. Ook tussendoor. Voor de stand van tanden en kiezen is het sowieso goed om uw kind vanaf negen maanden uit een beker te laten drinken in plaats van uit een flesje.

2 - 4 jaar

Uw peuter

Nu komen er steeds meer tanden en kiezen door en wordt de mondverzorging steeds belangrijker. Vanaf twee jaar raden wij u aan sowieso twee keer per dag de tanden te poetsen (maar eigenlijk al vanaf het eerste tandje); liefst na het ontbijt en na het laatste eetmoment of voor het slapengaan. In ieder geval ’s avond heel goed poetsen.

Tips voor het tandenpoetsen

  • Gebruik peutertandpasta met 500-750 ppm fluoride: per keer een dosering die niet groter is dan een erwt. Zorg dat uw kind zo min mogelijk tandpasta inslikt
  • Maak het tandenpoetsen een vast dagelijks ritueel. Leer uw kind om zelf tanden te poetsen. Blijf wel na poetsen!
  • Laat uw kind ’s avonds na het tandenpoetsen niets meer eten of drinken (behalve water)
  • Laat jonge kinderen niet alleen met de tandenborstel. Deze kan te diep in de keel gestoken worden
  • Maak het tandenpoetsen aantrekkelijk: eigen tandenborstel, eigen tubetje tandpasta, poetsliedjes, poetsverhaaltjes, poetskaart met stickers voor elke keer poetsen, poetsdiploma… Leuke boekjes zoals ‘Tandenpoetsen’ van Helga Warmels en Barbara de Wolf kunnen hierbij helpen

Regelmatig naar de tandarts

Het is belangrijk dat uw kind tijdig naar de tandarts gaat. Dit bevordert niet alleen een gezonde ontwikkeling van het gebit, maar verkleint ook angst op latere leeftijd.

Daarom raden wij u aan uw kind al vanaf het eerste tandje mee te nemen naar de tandarts (maar in ieder geval vanaf twee jaar). Dan kunnen we alvast kennismaken en kan uw kind vertrouwd raken met de tandarts en de praktijk. De tandarts kijkt of het gebit in orde is en geeft voor jonge kinderen vooral advies en voorlichting.

U kunt uw kind meenemen tijdens uw eigen periodieke controle, zo ziet uw kind dat u zelf ook in de stoel ligt en dat er niets vervelends gebeurt. Bereid uw kind op dit bezoek voor. Vertel dat de tandarts in uw mond zal kijken, en misschien ook in die van uw kind. Prikkel de nieuwsgierigheid, maar begin bij jonge kinderen niet over behandelingen.

Tips voor het tandartsbezoek van uw kind

  • Neem uw kind alleen mee naar een periodieke controle van uzelf wanneer u zeker weet dat er geen behandeling plaats gaat vinden
  • Als u zelf angstig bent, vraag dan uw partner, een familielid of een andere bekende om uw kind te vergezellen bij het (eerste) tandartsbezoek
  • Blijft u er als ouder bij, laat dan zoveel mogelijk over aan de tandarts. Doe geen valse beloftes, zoals ‘er gebeurt niks’ of ‘je voelt absoluut niks’. Als het dan toch pijn doet, kan uw kind zich verraden voelen
  • U kunt uw kind belonen als het zich flink houdt. Geef het een klein presentje, laat het een uurtje langer opblijven of verzin iets anders leuks. Beloon altijd pas achteraf en beloof geen dingen vooraf (‘als je doet wat de tandarts zegt dan krijg je…’). Dit leidt nogal eens tot lastige onderhandelingen met het kind

Speen of duim

Duimen komt voort uit de zuigbehoefte in het eerste levensjaar. Duimen veroorzaakt onder andere scheefstand aan het blijvend gebit. Daarom is het van belang dat uw kind het duimen tijdig afleert.

Dit kunt u bijvoorbeeld doen door gelijk vanaf het begin een speen te geven. De gevolgen van duimen en/of speengebruik zijn gelijk maar het voordeel van de speen is gelegen in het feit dat deze over het algemeen makkelijker af te leren is.

Bovengenoemde mondgewoonten dienen bij voorkeur voor het tweede jaar te zijn afgeleerd en in elk geval voor het vierde levensjaar.

Gevolgen van duimzuigen

Het duimen vinden we vaak vertederend en daardoor wordt er ook niet altijd aandacht aan geschonken. Als het echter een gewoonte is geworden, kan het de volgende problemen veroorzaken:

  • Scheef staan van de tanden en vervorming van de kaak: door het duimen worden de boventanden en -kaak naar voren geduwd en de ondertanden en -kaak naar achteren. Zo ontstaat er een vergrote overbeet. De bovenkaak wordt vaak te smal.
  • Verkeerde tongpositie. Dit kan een verkeerd slikgedrag tot gevolg hebben (met de tong tussen de tanden geperst). Bij het zuigen wordt de tong onder de duim of speen gelegd. Uit gewoonte komt de tong ook in rust laag in de mond en naar voren te liggen. Dat kan gevolgen hebben voor klanken die met tongpunt worden gemaakt zoals de l-t-d-s-n-z. Deze worden dan vaak niet goed uitgesproken en het kind kan gaan lispelen of slissen. Normaal gesproken duwt de tong bij het slikken tegen het verhemelte. Door de speen of duim ontstaat interdentaal tongpersen: de tong komt tegen of tussen de tanden bij het slikken
  • Mond ademen (ademen door de mond in plaats van door de neus). Hierdoor kunnen vervelende klachten ontstaan, zoals verkoudheid, keel- en oorontsteking, slechthorendheid en tandbederf
  • Afname aandacht en concentratie
  • Afwijkende spraak (slissen)

4 - 6 jaar

Uw kleuter

De eerste blijvende kiezen komen door. Deze kunnen diepe groefjes hebben: als deze niet goed worden schoongehouden, zijn ze gevoelig voor tandplak.

Juist op het moment dat de kiezen volledig zijn doorgebroken, ontstaan de meeste gaatjes. Als de groeven bij uw kind diep zijn en lastig schoon te houden, kan de tandarts voorstellen om de kauwvlakken van de kiezen te sealen.

Rond een leeftijd van 6 jaar (bij meisjes soms wat eerder en bij jongens wat later) begint vaak de eerste wisselfase, waarbij de voortanden gewisseld worden.

Tips voor het tandenpoetsen

Let erop dat uw kind twee keer per dag tanden poetst en daarbij de achterste kiezen niet vergeet! Als uw kind tandenpoetsen vervelend vindt, probeer er dan een spelletje van te maken.

  • 4 jaar: gebruik peuter- of junior tandpasta met een aangepaste hoeveelheid fluoride (500-750 ppm). Controleer bij aankoop de op de verpakking en/of tube aangegeven leeftijd
  • Gebruik een dosering tandpasta ter grootte van een streepje/erwt en zorg dat uw kind zo min mogelijk tandpasta inslikt
  • Vanaf 5 jaar: tweemaal per dag twee minuten poetsen met kinder- of volwassenen tandpasta (1.000-1.500 ppm fluoride)
  • Poets bij kinderen tot tien jaar tenminste eenmaal, maar bij voorkeur tweemaal per dag (na/voor het slapengaan

Regelmatig naar de tandarts

Omdat het glazuur nog niet uitgehard is, zijn kinderen gevoeliger voor gaatjes en tanderosie dan volwassenen. Daarom raden deskundigen aan om tweemaal per jaar de tandarts te bezoeken. Die controleert de mondgezondheid en geeft waar nodig advies voor mondhygiëne.

Wij kijken naar elk kind individueel en wat er voor dat kind nodig is om de mond gezond te houden. Zo kan het wijsheid zijn de controletermijn te verkorten naar elke 3 maanden of fluoride aan te brengen. Op die manier proberen we met preventieve zorg uitgebreide behandelingen te voorkomen.

Niet voor niets vergoedt de basisverzekering alle tandheelkundige controles en verrichtingen bij kinderen van 0 tot en met 18 jaar (met uitzondering van kronen, bruggen en orthodontie).

Vanaf 6 jaar

Tussen het zesde en twaalfde levensjaar wisselt uw kind de tanden en kiezen. Dit gebeurt volgens een vast patroon. Let erop dat de eerste blijvende kiezen goed worden gepoetst, want ze staan vrij ver achter in de mond en komen achter de achterste melkkiezen door. Vanaf het 16e jaar kunnen de verstandskiezen doorbreken. Daarmee is het gebit compleet.

Tandenpoetsen

Als het goed is, heeft uw kind zelf een goede poetsroutine ontwikkeld. Wij raden u aan om het gebit van uw kind eenmaal per dag na te poetsen tot het kind tien jaar is. Een elektrische tandenborstel is het overwegen waard. Die maakt vanzelf goede poetsbewegingen en we zien vaak dat daarmee langer gepoetst wordt dan met een handtandenborstel.

Fluoride

Fluoride beschermt tegen tandbederf. De aanbevolen hoeveelheid voor kinderen tot zes jaar is maximaal 1.000 ppm per poetsbeurt. Vanaf zeven jaar raadt de Europese Vereniging voor Tandheelkunde een dosering van 1.500 ppm aan om efficiënt te zijn tegen tandbederf, hetzelfde als bij volwassenen.

Regelmatig naar de tandarts

Tweemaal per jaar de tandarts bezoeken is een gezonde gewoonte. Zeker voor kinderen, want die zijn gevoeliger voor gaatjes en tanderosie dan volwassenen. De tandarts controleert de mondgezondheid en geeft waar nodig advies voor een goede mondhygiëne of over voeding.

Niet voor niets vergoedt de basisverzekering alle tandheelkundige controles en verrichtingen bij kinderen van 0 tot en met 18 jaar (met uitzondering van kronen, bruggen en orthodontie).

Tandenpoetsen en fluoride

Tandenpoetsen

Houd bij het tandenpoetsen een vaste volgorde aan: binnenkant, buitenkant, bovenop.

  • Binnenkant – Zet de tandenborstel recht op de tanden. Poets zachtjes heen en weer. Begin bij de kiezen en ga via de tanden naar de kiezen aan de andere kant. Doe dit voor de onder- en bovenkant
  • Buitenkant – Poets nu op dezelfde manier de tanden aan de buitenkant, ook weer voor de onder- en bovenkant
  • Bovenop – Poets nu bovenop de tanden en kiezen. Eindig met de kauwvlakken van de kiezen

U kunt ook een andere volgorde aanhouden, maar zorg dat u voor uzelf een soort systematiek hierin heeft, zodat u altijd alles gehad heeft.

Fluoride

Fluoride maakt tanden sterker, maar mag om gezondheidsredenen alleen in lage concentraties worden gebruikt. Ook is het raadzaam om fluoridetandpasta niet in te slikken. Tandpasta voor jonge kinderen bevat minder fluoride omdat zij soms tandpasta inslikken.

Als u voor kinderen van zes jaar of jonger niet meer fluoridetandpasta dan de grootte van een erwt gebruikt, weet u zeker dat ze zo min mogelijk tandpasta doorslikken.

Als de gebitsgezondheid bij jonge kinderen heel slecht is, kan een aanvullende (lokale) fluoridebehandeling zinvol zijn na voedingsadviezen en uitgebreide mondhygiëne-instructie.

  • 0 en 1 jaar: Als de eerste tandjes doorkomen: minstens één keer (bij voorkeur twee keer) per dag poetsen met een zacht borsteltje en fluoridetandpasta voor kleine kinderen. Masseer ook het tandvlees zacht. Gebruik 500-750 ppm fluoride (fluoride basisadvies van het Ivoren Kruis)
  • 2, 3 en 4 jaar: Tweemaal per dag poetsen met fluoride peutertandpasta. Gebruik 500-750 ppm fluoride (fluoride basisadvies van het Ivoren Kruis)
  • Vanaf 5 jaar: Tweemaal per dag poetsen met speciale ‘junior tandpasta’ of fluoridetandpasta voor volwassenen (let altijd goed op de aangegeven leeftijd). Voor kinderen tot zes jaar mag er niet meer dan 1.000 ppm fluoride in de tandpasta zitten. Vanaf zeven jaar raadt de Europese Vereniging voor Tandheelkunde een dosis van 1.500 ppm fluoride aan

Op jonge leeftijd kan een te hoge concentratie van fluoride tijdens de ontwikkeling van de tanden en kiezen tot fluorose leiden. Dit zijn witte vlekken en streepjes op de tanden. Om dit te voorkomen is het van belang om voor uw kind een tandpasta met aangepast fluoridegehalte te gebruiken dat is afgestemd op de leeftijd.

Speen en duimzuigen

Als uw kind nog op zijn of haar duim zuigt als de blijvende tanden doorbreken, zullen de blijvende tanden vaak scheef gaan staan. Ook kan de positie van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak veranderen.

Om dit te voorkomen kunt u de pasgeborene een speen geven zodra hij of zij op de duim of vingers begint te zuigen. Verkeerd en te vaak een speen gebruiken is ook niet goed, maar de speen kan makkelijker worden afgeleerd omdat hij niet aan het lichaam vastzit.

Zaak is om ervoor te zorgen dat uw kind het zuigen op de duim of een speen uiterlijk heeft beëindigd voor het vierde levensjaar.

Stoppen met duimen

De duim oefent druk uit op de tanden en het gehemelte. Dat effect is blijvend en bepaalt dus ook de stand van de tanden van het volwassen gebit. De gevolgen van het duimzuigen worden onder andere bepaald door de frequentie, de intensiteit, de positie van de duim en de kracht waarmee geduimd wordt.

Tips voor het stoppen met duimen

  • Toon begrip en ontmoedig het duimen voorzichtig
  • Een reminder zoals een pleister op de duim kan helpen
  • Het is belangrijk dat uw kind ook zelf wil stoppen met duimen
  • Plan één stap tegelijk en probeer niet alles in één keer af te leren
  • Als het kind overdag niet meer duimt, kan de gewoonte ‘s nachts worden afgeleerd door een handschoen of een sokje over de duim te doen
  • Complimentjes als het kind niet duimt, werken beter dan boosheid als uw kind duimt
  • Houd bij hoe lang uw kind niet meer duimt (bijvoorbeeld met een kaart waarop u het kind beloont met kleine stickers) en geef eventueel kleine cadeautjes

De speen

In eerste instantie heeft de speen een duidelijk doel. Pasgeboren baby’s hebben een grote zuigbehoefte. De speen is een hulpmiddel om daarin tegemoet te komen en het kindje tevreden te stellen.

Als het kindje ongeveer een jaar is, is de zuigreflex afgenomen. Dan dient de speen alleen nog voor het gevoel van troost, veiligheid en rust. Als oudere kindjes nog steeds een speen gebruiken, kan dit nadelige effecten hebben.

Zo kan de bovenkaak versmallen, het gehemelte verhogen of een overbeet ontstaan. Ook als uw kind nog een melkgebit heeft! Dit kan leiden tot problemen met de spraakontwikkeling en verkeerde tonggewoonten. Ook een scheef gebit en beugel op latere leeftijd kunnen een gevolg zijn.

Tips voor het stoppen met de speen

  • Stop voor de eerste verjaardag. De zuigbehoefte van baby’s neemt na zes tot acht maanden flink af. Door voor de eerste verjaardag het gebruik van de speen af te bouwen, voorkomt u  gewenning en gaat het stoppen makkelijker
  • Doordat de fopspeen voor veiligheid staat, is het belangrijk dit niet af te bouwen in onrustige perioden zoals tijdens de vakantie of een verhuizing of rond de verjaardag

Of anders:

  • Zorg ervoor dat het duidelijk is dat uw kind niet altijd zijn speen mag. Bijvoorbeeld alleen nog voor het slapengaan. Ga zo steeds een stap verder, totdat de fopspeen geheel verdwenen is
  • Leg uw kind op een rustig moment uit dat de speen echt weg moet om gezonde tanden te houden
  • Zorg dat u volledig achter het besluit om te stoppen staat en dat de andere verzorgers u hierin steunen
  • Bedenk samen een waardig afscheid (bijvoorbeeld door de speen mee te geven aan Sinterklaas of geef hem aan een pasgeboren baby)
  • Benadruk hoe groot uw kind al is en dat het ‘cool’ is om te stoppen met spenen
  • Zorg dat er echt geen spenen meer in huis zijn
  • Bedenk samen met uw kind iets dat hij/zij voortaan bij zich in bed kan nemen, zoals een pop of knuffel. Of welke gedachten op een dergelijk moment kunnen helpen
  • Prijs uw kind als het zijn best doet om met de speen te stoppen

Benadruk positief gedrag, dan zal stoppen veel soepeler gaan. Houd vol, anders is alle energie en moeite voor niets geweest. Vaak ziet u na een aantal dagen resultaat.